Jonge olijfboeren en achtergelaten land

Kleine landbouwbedrijven vormen de basis van de Europese landbouw en plattelandsgebieden. Ze zijn van vitaal belang voor het scheppen van werkgelegenheid op het platteland en voor de territoriale integriteit, leveren verse en lokale levensmiddelen en ecosysteemdiensten, en dragen ook bij tot de beperking van landbouwemissies (1). De afgelopen decennia is het aantal kleine landbouwbedrijven echter gestaag afgenomen. Dit geldt ook voor olijfboerderijen. Tegelijkertijd zien we een sterke toename van het opgeven van landbouwgrond. Een groot deel van de verlaten grond heeft permanente gewassen, zoals olijfgaarden, en ligt meestal in berggebieden. Om deze trend tegen te gaan, zetten jonge en beginnende landbouwers zich steeds meer in om verlaten boomgaarden te herstellen. Daarbij ondervinden zij vaak moeilijkheden en moeilijkheden. In de volgende blogpost belichten we hun strijd en reflecteren we op basis van onze eigen ervaringen.

Boeren en achtergelaten land

Wat zijn de trends in Europa met betrekking tot verlaten land?

Er bestaat geen duidelijke definitie van het opgeven van landbouwgrond, maar het wordt vaak begrepen als het opgeven van het beheer van voorheen productieve grond. De Europese Commissie (EC) verwacht dat tussen 2015 en 2030 meer dan 20 miljoen hectare landbouwgrond zal worden opgegeven “als gevolg van factoren die verband houden met de biofysische geschiktheid van de grond, de structuur van de landbouwbedrijven en de levensvatbaarheid van de landbouw, de bevolking en specifieke regionale kenmerken” (2).

Map of the potential risk of agricultural land abandonment in 2030 at grid level (100-m resolution) in the EU and the UK. Source: Castillo et al. (2021)

Welk soort grond wordt opgegeven?

Hoewel wij dit verschijnsel waarnemen in de Siciliaanse olijf- en amandelboomgaarden, gaat het niet om een specifiek soort gewas of bodembedekking, maar hangt het grotendeels af van de bodemgesteldheid, de geografische omstandigheden en de productieve bedrijfsomstandigheden. Ook ongunstig beleid en de landbouwstructuur spelen een belangrijke rol. Volgens schattingen zalvooral in Zuid-Europese landen het grootste deel van de verlaten grond bestaan uit akkerland, grond met meerjarige gewassen en weiland (3).

Wat gebeurt er als land wordt opgegeven?

De meeste verlaten grond wordt ongebruikt gelaten of omgezet in bossen of natuurgebieden. Het verlaten van grote stukken land kan cruciale gevolgen hebben voor het milieu, er kan bijvoorbeeld bodemerosie of kans op bosbranden ontstaan. Het kan ook sociaaleconomische gevolgen hebben, zoals het verlies van werkgelegenheid, een hoge leeftijdsafhankelijkheidsratio (d.w.z. des te minder kansen op werk voor jongere generaties, des te meer van hen zullen vertrekken. De bevolking in de regio vergrijst dus en een kleiner aantal mensen in de werkende leeftijd moet voor de oudere bevolking zorgen), en een verlies aan infrastructuur. Vaak heeft dit ook gevolgen voor het landschap, aangezien de territoriale integriteit of het cultuurlandschap verloren kan gaan (3).

Wordt verlaten land geregenereerd?

Momenteel wordt slechts een klein deel van alle verlaten landbouwgrond geregenereerd. Het besluit om verlaten grond ongebruikt te laten of uiteindelijk opnieuw te bebouwen hangt af van geografische en historisch-structurele factoren (4). Zo is de kans groter dat gebieden met gespecialiseerde permanente teelten, zoals olijfgaarden, in “afgelegen gebieden, bergen, eilanden, kustgebieden en dunbevolkte gebieden” verlaten blijven (3). Hetzelfde geldt voor gebieden waar de historische splitsing van feodale structuren heeft geleid tot kleine percelen, hetgeen de economische levensvatbaarheid van landbouwgrond heeft aangetast en een minder concurrerende productie tot gevolg heeft gehad. Verlaten grond in beter toegankelijke gebieden met grotere percelen wordt vaker geregenereerd (4).

Regeneratie en herbegroeiing

Het proces van regeneratie en herbegroeiing heeft meerdere voordelen, zoals verbetering van het organisch materiaal in de bodem, koolstofvastlegging en vergroting van de biodiversiteit. Daarom kunnen regeneratie en herbegroeiing van verlaten land bijdragen tot klimaatmitigatie en aanpassingsinspanningen in de landbouw (3).

Hoe pakt de Europese Unie het opgeven van landbouwgrond aan?

Het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) van de Europese Unie (EU) benadrukt in hun poging tot het voorkomen van verlaten landbouwgrond en de gevolgen daarvan de rol van jonge landbouwers. Onder een jonge landbouwer wordt vaak iemand onder de 35 of 40 jaar verstaan. Er wordt sterk de nadruk gelegd op het bevorderen van een succesvolle opvolging binnen agrarische familiebedrijven. Daarnaast stelt de Europese Commissie aanzienlijke middelen beschikbaar voor jonge landbouwers onder de 40 jaar, als zij voor het eerst een landbouwbedrijf opzetten en beschikken over de relevante vaardigheden, competenties en een levensvatbaar bedrijfsplan. Er zijn echter aanwijzingen dat het opzetten van een economisch levensvatbaar landbouwbedrijf in verlaten bedrijven kan worden belemmerd door structurele factoren zoals de geringe oppervlakte van het land en het berglandschap zelf (5).

Nieuwkomers en jonge landbouwers richten zich minder op rentabiliteit

Interessant is dat het opzetten van levensvatbare bedrijven vaak niet het enige doel is van landbouwers in gebieden waar grond wordt verlaten (5). Steeds meer mensen komen als zogenaamde nieuwkomers in de landbouw terecht. Nieuwkomers zijn divers; zij “omvatten een breed scala aan leeftijden, landbouwervaringen en toegang tot middelen” (16). In feite lijkt er, vooral onder jongeren, een tendens te bestaan om landverlating tegen te gaan door regeneratie (4). Deze jonge landbouwers zijn minder gericht op winstgevendheid. Voor hen bepalen waarden als milieubescherming, levensstijl, sociale relaties en lokale inbedding de keuze om landbouw te bedrijven.

EU-financieringstoewijzing versus plaatsgebonden realiteit

Het is duidelijk dat de landbouwbehoeften van jonge landbouwers en nieuwkomers uiteenlopen en variëren door de plaatselijke realiteit. Er zijn aanwijzingen dat veel jonge olijfboeren subsidies van de EU niet zien als een wezenlijke steun voor hun landbouw- en regeneratieactiviteiten. Dit komt door de administratieve lasten die worden ervaren als te hoog en als niet relaterend aan de plaatselijke realiteit. Deze jonge landbouwers vinden regeneratie veelal belangrijker dan winst. Een belangrijk punt van kritiek op het EU-landbouwbeleid is dat het structurele nadelen oplevert voor kleinschalige en weinig intensieve landbouwbedrijven. Nieuwkomers en jonge landbouwers eisen dat de EU de onderliggende waarde begrijpt die door hun regeneratieactiviteiten wordt gecreëerd. Deze zijn misschien niet in geld uit te drukken, maar moeten in aanmerking worden genomen bij de toewijzing van middelen (5).

Plattelandsdiversiteit

Diversiteit in plattelandsgemeenschappen kan leiden tot zeer uiteenlopende ervaringen in de sociale omgeving, gaande van gastvrije sociale integratie en kennisuitwisseling tot discriminatie op grond van leeftijd, geslacht of zelfs ambities. Botsingen tussen traditionele praktijken en meer holistische benaderingen van bedrijfsbeheer zijn helaas vrij gebruikelijk (2). Ook de hindernissen bij het opzetten en in stand houden van een landbouwbedrijf lopen uiteen. Een jonge boer of nieuwkomer kan problemen ondervinden bij de toegang tot land, administratieve omslachtigheid en de financiering van de ontwikkeling en het opstarten van het bedrijf (5).

Multi-actorprojecten en contextspecifieke ontwikkelingsplannen

Multi-actorprojecten en contextspecifieke ontwikkelingsplannen kunnen bijdragen tot het succes van plattelandsontwikkelingsinitiatieven. Met het oog op een succesvolle duurzame ontwikkeling hebben multi-actorprojecten tot doel veel belanghebbenden op internationaal, nationaal en lokaal niveau en een verscheidenheid aan actoren, zoals NGO’s, inwoners en bedrijven, bij het project te betrekken. Het verbinden van agrarische en niet-agrarische actoren in een participatieve setting kan het begrip, het wederzijds respect en de gemeenschapsbanden versterken en de ontwikkeling bevorderen. Lokale netwerken en relaties zijn van vitaal belang voor de instandhouding van economische welvaart op lange termijn. Zij dragen bij tot de opbouw van sociaal kapitaal, dat kan bestaan uit “vertrouwen, samenwerking, gemeenschapszin, cultuur en traditie”, hetgeen voor gemeenschappen van cruciaal belang is om zich aan te passen en nieuwe moeilijkheden het hoofd te bieden (7, 8).

De regio Madonie in Sicilië als goed voorbeeld

De regio Madonie op Sicilië is erin geslaagd de band tussen landbouwers en andere actoren in de regio te versterken door lokale beleidsplanning die de gemeenschapsbanden en sociale banden heeft versterkt en jonge en nieuwe landbouwers heeft geholpen. De kern van de nationale strategie voor binnengebieden in de Madonie wordt gevormd door een multi-actoraanpak die gericht is op participatieve lokale ontwikkeling om het sociale kapitaal tussen de diverse lokale actoren te versterken. Door de co-design en participatieve aanpak werd het wederzijds begrip van de zorgen van de maatschappelijke actoren vergroot. Jonge boeren profiteerden van de lokale relaties en betrokkenheid om hun projecten te ondersteunen, zoals kennisuitwisseling en voordelige toegang tot land. Het bracht ook jonge boeren met verschillende producties, zoals olijf- en mannaboeren, en andere maatschappelijke actoren, zoals scholen en NGO’s, samen (6). Het Asinaro River Basin project in de regio Noto streeft naar een soortgelijke multi-actor aanpak gericht op het herstel van het verlaten land in en rond het lokale rivierbekken.

En dus?

Ook op Sicilië zien we dat jonge olijfboeren en nieuwkomers zich steeds meer inzetten om het opgeven van landbouwgrond tegen te gaan. Vooral olijf- en amandelboomgaarden lopen het risico te worden opgegeven, met name in bergachtige gebieden en bij kleinschalige productie, beide typisch voor veel Siciliaanse regio’s. Moeilijkheden doen zich voor bij de toegang tot de grond en het onderhoud van de regeneratie-inspanningen door een gebrek aan toegang tot financiering. De duidelijke wanverhouding tussen de waarden van jonge landbouwers en nieuwkomers (d.w.z. herstel van ecosystemen en cultureel erfgoed boven winst) en de populaire landbouwsteunregelingen is problematisch.

Het Europees gemeenschappelijk landbouwbeleid richt zich steeds meer op de ondersteuning van kleine landbouwbedrijven, jongeren en regeneratieve inspanningen. Om jonge olijfboeren mondiger te maken en hun toegang tot financieringsregelingen te verbeteren, moet echter meer nadruk worden gelegd op inzicht in de onderliggende economische waarde van het herstel van verlaten land en olijfgaarden. De rol van lokale netwerken en sociaal kapitaal is van cruciaal belang. Preferentiële toegang tot land, het delen van kennis en het bundelen van krachten kunnen de inspanningen om olijfgaarden te herstellen versterken. Naast de individuele ondersteuning van landbouwers zijn netwerken en sociale banden dus aspecten die meer aandacht moeten krijgen, zodat het beleid beter wordt afgestemd op de lokale realiteit en de plaatselijke omstandigheden.

Duurzame Siciliaanse olijfolie kopen

Ben je benieuwd geworden naar duurzame olijfolie? Dan ben je bij ons aan het juiste adres. Biologische extra vierge olijfolie en heerlijke gearomatiseerde olijfolie vind je in onze webshop. We importeren de olijfolie zelf uit Sicilë, waardoor we de beste kwaliteit kunnen garanderen. Neem een kijkje in onze webshop en maak kennis met onze producten!

 

 

Bronnen

  1. European Commission. Directorate-General for Agriculture and Rural Development. The Small Farmers Scheme; 2017;
  2. Perpiña Castillo, C.; Kavalov, B.; Ribeiro Barranco, R.; Diogo, V.; Jacobs-Crisioni, C.; Batista e Silva, F.; Baranzelli, C.; Lavalle, C. Territorial Fact and Trends in the EU Rural Areas within 2015-2030; 2018;
  3. Perpiña Castillo, C.; Jacobs-Crisioni, C.; Diogo, V.; Lavalle, C. Modelling Agricultural Land Abandonment in a Fine Spatial Resolution Multi-Level Land-Use Model: An Application for the EU. Environ. Model. Softw. 2021, 136, doi:10.1016/j.envsoft.2020.104946.
  4. Lasanta, T.; Arnáez, J.; Pascual, N.; Ruiz-Flaño, P.; Errea, M.P.; Lana-Renault, N. Space–Time Process and Drivers of Land Abandonment in Europe. Catena 2017, 149, doi:10.1016/j.catena.2016.02.024.
  5. Zagata, L.; Sutherland, L.A. Deconstructing the “Young Farmer Problem in Europe”: Towards a Research Agenda. J. Rural Stud. 2015, 38, doi:10.1016/j.jrurstud.2015.01.003.
  6. Futuro Madonie: Laboratorio di Area Strategy; 2017;
  7. Rivera, M.; Knickel, K.; María Díaz-Puente, J.; Afonso, A. The Role of Social Capital in Agricultural and Rural Development:Lessons Learnt from Case Studies in Seven Countries. Sociol. Ruralis 2019, 59, doi:10.1111/soru.12218.
  8. Garcia-Alvarez-Coque, J.M.; Martinez-Gomez, V.; Tudela-Marco, L. Multi-Actor Arrangements for Farmland Management in Eastern Spain. Land use policy 2021, 111, doi:10.1016/j.landusepol.2021.105738.

Ook interessant om te lezen

Aanmelden Nieuwsbrief

5 euro korting op je eerstvolgende aankoop?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief met lekkere recepten en interessante achtergrondverhalen over il circolo olijfolie en ontvang een kortingscode voor jezelf en je vrienden (wordt weergegeven na bevestiging van je e-mail).